
De goedkoopste en meest praktische Ferrari ooit gebouwd.
Soms komt het voor dat muzikanten zichzelf opnieuw uit weten te vinden. Artiesten van weleer die een enorme stempel hebben gedrukt op het verleden, maar nog altijd mee doen. Sterker nog, dankzij het laatste materiaal laten ze zien dat ze nog steevast tot de Grote der Aarde gerekend kunnen worden. Denk aan de ‘American Recordings’-serie van Johnny Cash, de Gospel albums van Tom Jones en de Americana revival van Bob Dylan. Zo’n soort revival kan ook een automerk overkomen. In dit geval Maserati.
Van alle automerken die tegenwoordig in de prijslijsten staan is Maserati een van de meest illustere. Jazeker, Ferrari is weliswaar prestigieuzer, maar een stuk jonger. Ook is Ferrari vrij beperkt in zijn repertoire. 95% zijn racewagens of sportwagens. Maserati daarentegen is een merk van formule 1 auto’s, raceauto’s en bijzondere prototypes, maar ook van competente Gran Turismo’s en enorme reissedans. Omdat deze grote sedans vier deuren hadden, werd dat direct vertaald: Quattroporte. In het Italiaans klinkt alles mooier: formaggio, aglio, corruzione, adulterio en arretrati di pagamento. Alle Italiaanse woorden zijn overrijp voor kleffe maar effectieve poëzie. Je wilt er niet naar luisteren, maar als je het hoort val je toch in katzwijm. Je kent de symptomen.
De Quattroporte is al lange tijd een vaste waarde in de Maserati catalogus. De eerste generatie Maserati Quattroporte kwam al op de markt in 1963. De auto had een koetswerk gestyled door niemand minder dan Frua. Het design was elegant en ingetogen, zonder saai te zijn. Iets dat Italianen als geen ander beheersen. Qua motor werd er meteen met grof geschut geschoten: een dikke 4.1 V8 met 260 pk. In tegenstelling tot tegenwoordig was een handbak (van ZF) gewoon leverbaar, alhoewel de drietraps(!)-automaat van BorgWarner uitstekend bij het lome karakter van de auto paste. De eerste generatie Quattroporte is vrij zeldzaam. Er zijn er in zes jaar slechts 776 exemplaren van gebouwd.
Waarschijnlijk door het beperkte succes had Maserati niet meteen een opvolger klaar staan. Ook het tekort aan liquide middelen zal er aan hebben bijgedragen. Maserati bevond zich begin jaren ’70 in bijzonder zwaar weer. De economische crisis hakte er zwaar in en ook de oliecrisis hielp niet mee om Maserati’s aan de man te brengen. Citroen nam de boedel over en ontwikkelde een tweede generatie Quattroporte. Deze stond op het platform van de Citroen SM, inclusief diens motor. Jazeker, dit was een voorwielaangedreven Maserati! De motor was een 3.0 V6 van Maserati zelf (een afgeleide van het exemplaar dat ook in de SM te vinden is). De auto was absoluut geen succes. Het ontwerp van Gandini kon geen potten breken en ook vielen de prestaties nogal tegen. De V6 was niet heel krachtig voor de meer dan anderhalve ton wegende Maserati. In totaal werden er slechts 13 exemplaren van gebouwd. Pijnlijk. Deze auto zorgde ervoor dat Maserati (en Citroen) nog dichter richting de afgrond dreven.
Je zou denken dat een fabrikant na een schamel succesje en een dikke faal het erbij laat. Gelukkig zijn Italianen stronteigenwijs en deden ze dat niet. Maserati viel inmiddels onder regie van DeTomaso. Dit Italiaanse bedrijf van de Argentijn Alejandro DeTomaso moest zorgen dat het grandeur van de eerste generatie weer tot leven kwam. Dat lukte heel erg goed. Ten eerste door het tijdloze lijnenspel van Guigaro. De Quattroporte III was een grote auto, maar allerminst een lompe verschijning. Op technisch gebied ging alles terug naar het oude. Een grote V8 met achterwielaandrijving met de keuze voor een handbak of een automaat. In totaal zijn er 2.155 exemplaren van de Quattroporte III geproduceerd.
De grandeur en prestige van de Quattroporte III was niet terug te vinden bij de Quattroporte IV. Dit was een uiterst curieuze en serieuze auto. De Quattroporte IV is in technisch opzicht gebaseerd op de evolutie van de Biturbo’s. De lijnen van Gandini zijn waanzinnig subtiel, bijna steriel. Toch zijn er kleine details als de badges aan de zijkant, de schuine wielkasten achter en de in de bumpers verwerkte uitlaten die de auto een bijzonder voorkomen geven. Alleen de ware autoliefhebber kijkt om naar de Quattroporte IV. De rest heeft totaal geen idee dat dit iets heel bijzonders is, maar dat is het uiteraard wel. Qua aandrijving was er de keuze uit zes- en achtcilinder biturbo motoren met 285 tot 335 pk. In die tijd was dat flink wat vermogen voor een dergelijke sedan.
Het beperkte succes van de Quattroporte IV lag ook aan de segmentering. De auto moest prijstechnisch concurreren met een Jaguar XJR of Audi S8, maar was aanzienlijk kleiner en zelfs iets duurder. Om maar te zwijgen van het bedenkelijke imago betreft degelijkheid. Of dat terecht was of niet, het speelde de auto wel degelijk parten. Gelukkig wordt de bouwkwaliteit enorm verbeterd. In 1997 neemt Ferrari een belang in Maserati. Er zijn twee wapenfeiten. De 3200GT, een Gran Turismo avant la lettre, en de Quattroporte Evoluzione varianten van de Quattroporte IV. Deze waren aanzienlijk beter in elkaar geschroefd dan voorheen. Echt veel mocht het niet baten, maar er werden uiteindelijk 2.400 exemplaren verkocht van de Quattroporte IV. Daarmee is het tot dan toe de meest succesvolle iteratie van de Quattroporte. Stiekem vergeten we het derde wapenfeit, de tweedeurs Ghibli wordt ook verbeterd. Niet dat iemand hem koopt, trouwens, maar toch.
Ferrari besluit om een vijfde generatie Quattroporte te ontwikkelen. Maar daarvoor moet er wel gebroken worden met het verleden. Dat betekent dat eigenlijk niets van de oude overgenomen wordt van de nieuwe. Pininfarina krijgt de opdracht om een koetswerk te ontwerpen. Aan de ene kant is stlying erg belangrijk, maar de Quattroporte moet wel in staat zijn om mensen op de achterbank te vervoeren. Dit betekent dat de auto flink groter moet worden dan zijn voorganger. De wielbasis groeide maar liefst met 40 centimeter (naar 3,06m) terwijl de totale lengte toenam met ruim een halve meter (5,06 m). Ook in de breedte groeide de vijfde generatie behoorlijk: 85 millimeter breder (1,90 m). De groei in de hoogte viel relatief mee: krap 6 cm (totaal 1,44 m). Het enige wat gek genoeg niet meegroeide was de kofferruimte, deze slonk met 25 liter naar 450 liter totaal. Net genoeg om de Louis Vuittons kwijt te kunnen.
De Maserati Quattroporte was aanvankelijk maar leverbaar in één uitvoering. Deze was briljant en hopeloos tegelijk. De motor was een 4.2 liter F136 V8 van Ferrari origine. Het was dezelfde motor die te vinden was in de Maserati Coupé en Spyder. Het was een sportwagen in sedan verpakking. De motor was goed voor 400 pk bij 7.000 tpm en 450 Nm bi 4.500 tpm. Deze motor was gekoppeld aan een DuoSelect transmissie. Dit was een sequentiële automaat. Niet de fijnste in zijn soort.
Lees verder bij de bron: https://www.autoblog.nl/nieuws/special-maserati-quattroporte-m139-105257